Filmreview House at the End of the Street

Nadat ze haar rijzende sterstatus met de franchisefilms X-Men en vooral The Hunger Games aanzienlijk heeft zien groeien krijgt actrice Jennifer Lawrence met House at the End of the Street voor het eerst sinds The Beaver weer eens de kans een normale tiener te spelen in een film met een bescheiden budget. Voordat ze de hoofdrol kreeg in megahit The Hunger Games had Jennifer Lawrence de opnames van House at the End of the Street al achter de rug, de film werd al in juni 2010 opgenomen. Met haar naam en beeltenis prominent op de poster kan dit zowaar als haar eerste stervehikel worden beschouwd. Vrij opvallend gezien Jennifer Lawrence’ jonge leeftijd, maar hoe het ook zij: haar overtuigende hoofdrol tilt deze thriller qua acteerwerk naar een hoger niveau. De rest van de cast is zeker niet slecht te noemen, maar kan over het geheel gezien niet echt indruk maken naast het sterke acteerwerk van de jonge actrice. Een beter bewijs dat ze een gevestigde naam is, bestaat waarschijnlijk niet.

Haar hoofdrol is die van tiener Elissa Cassidy (gespeeld door Jennifer Lawrence), die met haar moeder Sarah Cassidy (gespeeld door Elisabeth Shue) vanuit Chicago naar een niet nader genoemd maar overduidelijk kleiner en bosrijker stadje verhuist. De vraag hoe een alleenstaande moeder de huur kan opbrengen voor een groot huis in een mooie omgeving wordt direct antwoord: de woning kijkt uit op een huis waar in het verleden een gruwelijke moordpartij heeft plaatsgevonden (die het publiek al in de proloog heeft mogen aanschouwen). Dat deze situatie via het geroddel van een groep buren aan Elissa (en daarmee de kijker) wordt verteld, maakt een ietwat onhandige indruk maar daarmee laat de film wel leuk zien dat dit soort alledaagse gesprekken prima werken als bron van informatie.

Het eerste half uur laat beginnend regisseur Mark Tonderai er geen enkele twijfel over bestaan dat House af the End of the Street tot het thrillergenre behoort: er hangt een naargeestige sfeer en er zijn geregeld schrikmomenten. Opvallend genoeg lijkt hij het genre halverwege een tijdje te vergeten; de film neemt dan namelijk ineens de vorm aan van een tienerdrama. Niet erg, want de behoorlijke uiteenzetting van de personages houdt alles goed overeind. Elissa blijkt geen gemiddelde puber en ze schrijft, speelt en zingt haar eigen nummers. Je hoort haar zelfs een paar keer zingen in deze film en dat klinkt helemaal niet slecht. Zij moet niets hebben van de oppervlakkige zuipfeestjes en het obscene gedrag waar haar leeftijdsgenootjes zich schuldig aan maken. Ook heeft Elissa op het eerste gezicht een sterke band met haar moeder, maar geven veel opmerkingen er blijk van dat er genoeg oud zeer is waarop ze haar tienerboosheid kan botvieren. Daarnaast is het prettig om te zien dat Elissa eerlijk is tegen haar moeder en in vrijwel alles open kaart speelt. Pas nadat haar moeder haar vrijheid op een onhandige manier poogt in te perken, wordt ze een rebelse tiener die het minder nauw neemt met de waarheid.

Het is dit degelijk geschreven middenstuk waaraan de film uiteindelijk zijn kracht ontleent. Elissa is voor de verandering eens geen introvert buitenbeentje, maar gewoon een sympathieke tiener die prima kan aarden in een nieuwe omgeving. Een die slim genoeg is om de eikels van haar school op afstand te houden en empathisch genoeg is om haar getroubleerde buurjongen Ryan Jacobson (gespeeld door Max Thieriot) een hart onder de riem te steken. Dat Elissa steeds meer geïnteresseed raakt in deze eenzame ziel en daarbij (in tegenstelling tot de kijker) geen weet heeft van zijn duistere kant, zorgt voor een aangename spanningsboog. Zodra het eindstuk zich aandient is het helaas een en al routine wat de klok slaat, met personages die tegen beter weten in alleen op pad gaan, maar omdat de twee hoofdpersonen in het uur daarvoor zeer behoorlijk zijn uitgewerkt, valt daar best mee te leven.